Reünie

16 september 2014 - Grahamstown, Zuid-Afrika

3 september, op weg in een minibus richting Port Elizabeth om paps en mams op te halen van het vliegveld! Na zeven weken ''alleen'' in Zuid-Afrika nu dan toch een wel heel fijn gezelschap, en tja, dan maar iets minder stoer, maar een flinke knuffel is dan wel heel fijn ;). 

De drie dagen erop heb ik ze Grahamstown laten zien: mam ervan overtuigd dat er niet op elke straathoek een crimineel staat (gerustgesteld, mam?!), de prachtige campus en de botanische tuinen laten zien (jaaa, het was bij-na net zo mooi als Stellenbosch, aldus papalief) en gewoon lekker samen zijn. En toen mocht ik ook eventjes weg uit de studentenstad, voor een weekje rondtrekken door dit mooie land!

De drie meest avontuurlijke dagen waren meteen al in het begin: na een autorit van een flink aantal uur, 120 op de snelweg en stapvoets op de lange zandweg daarna, kwamen we aan bij Kuzuko Lodge, in het hartje van Addo Elephant National Park. Enorme bergen, kilometers voor je uit geen huis of mens te bekennen en oorverdovende stilte, behalve het geluid van krekels, vogels en aapjes. Een geweldige kamer met een balkon en badkamer die op de bergen uitkijken, roomservice die je gordijnen dicht en de verwarming aan doet als je 's avonds terugkomt van de safari en uitgebreide diners...hallo, ik ben een west-fries studentje, maar wat heeeerlijk! *einde opschepperij* (maar het was ECHT fantastisch!!). Heldhaftige vader haalde ook nog twee spinnen van de muur, die (ik overdrijf serieus niet) groter waren dan een hand........

Tijdens de twee keer per dag 3 uur lang durende safari's door het park hebben we bijna de hele Big Five gespot (behalve de neushoorn, alhoewel dat het dikste beest van allemaal is, maar goed...). Hoogtepunt waren de twee leeuwen Matt en Kalahari die net een Kudu hadden gedood en aan het opeten waren. We zaten in een open truck twee meter daarvandaan, en stiekem was ik aan het hopen dat wij niet het toetje zouden zijn, vooral toen Matt richting de truck liep en zich groot maakte. Gelukkig besloot hij daarna een dutje te doen, iets waar leeuwen gemiddeld 19 uur per dag aan besteden.

Wonder boven wonder overleefden we die ontmoeting, maar het was nog niet genoeg: de ranger die pas een week ranger was, opende het hek van het cheetahverblijf. Dat zou op zich geen probleem zijn, zij het niet dat we de dag ervoor hadden gehoord dat ze ons zouden opeten als we daar naar binnen zouden gaan. Uiteindelijk bleken ze (bijna) net zo tam als huiskaters te zijn, ''maar we blijven wel in de truck voor het geval dát...'' 

Alles bij elkaar was het in één woord fan-tas-tisch in Kuzuko Lodge, en ik heb er zelfs nog een huwelijksaanzoek aan overgehouden van een Xhosa-man uit het personeel, die wel 50.000 ZAR (ongeveer 4000 euro) of 10 koeien overhad voor de trouwerij. Ik geloof alleen niet dat paps en mams dat zo'n goed idee vonden (en mja, hij was knap, maar ik pas). 

Op weg naar de tweede bestemming van de reis: Cradock, een plaatsje in de Oost-Kaap met het hotel direct naast de township. Amos de ober nam ons mee op een kleine townshiptour naar zijn woonomgeving: hij liet ons het graf van apartheidsstrijders (de Cradock Four) zien, een kleuterschool (Afrikaanse kindjes zijn schattig!!! En ze gingen een liedje zingen!!! En ik smolt!!!), een opvang voor gehandicapten en zijn eigen huis en vrouw (die ook als bezit werd gepresenteerd, maar goed, andere cultuur!). Daar legde hij ons uit dat hij prepaid elektriciteit koopt en de code dan op zijn elektriciteitskastje moet intoetsen; deze stroom is alleen niet genoeg voor het aanzetten van de geiser. Het geeft je een goede indruk hoe andere mensen aan de andere kant van de wereld soms in armoede leven... 's Middags waren we dan ook wel weer benieuwd naar het tegenovergestelde, en dus lieten we ons rondleiden door de zoon van twee Afrikaner boeren op hun enorme boerderij. Ons het dat baie geniet! 

De laatste bestemming voor Grahamstown was uiteindelijk Graaff-Reinet, een Afrikaans-sprekend stadje midden in de Karoo, het woestijnachtige gebied van Zuid-Afrika. Eventjes lekker de toerist uithangen bij het zwembad (al keken de Afrikaanse mensen wel een beetje vreemd op, want 28 graden is uiteraard véél te koud om te zwemmen...) en nog een tripje naar de Valley of Desolation, vallei van werelderfgoed in het nationale park daar vlakbij. De rotsblokken waar de bergen uit bestaan lijken los op elkaar te liggen, een spectaculair uitzicht, al was het ''offer'' daarvoor een autorit over een heel smal weggetje zónder vangrail, honderden meters de hoogte in.

En aan al dat moois kwam ook weer een einde: zondag kwamen we weer in Grahamstown, ''home sweet home'' aan en gister was er dan een hollywoodafscheid, met echte tranen en drama. 

En daar zit ik dan weer, aan mijn bureautje in mijn kleine kamertje van Canterbury House, wachtend op de hete zomer. Nog even genieten van 10 weken hier, en dan...reünie. Heel veel liefs en een digitale knuffel vanuit hier!